Home > Nieuws > Atelier > DE MYTHE VAN ICARUS

DE MYTHE VAN ICARUS

Hebt u wel eens gedroomd dat u kunt vliegen? Het schijnt dat schrijver-psychiater Frederik van Eeden (1860-1932) wel honderden van dit soort vliegdromen had. In zijn Dromenboek beschrijft de auteur hoe hij over een breed water zweeft en zich ‘oneindig gelukkig’ voelt. Hij geniet van de landschappen en de steden waar hij overheen vliegt en van het gevoel van gewichtloosheid en de helderheid waarmee hij kan denken. Het motief van de vliegende mens heeft echter niet alleen schrijvers, maar ook beeldend kunstenaars geïnspireerd. In deze editie van Oud versus Nieuw richten we onze aandacht op het klassieke verhaal van Icarus; de jongen die te dicht bij de zon vloog.

Zoals Sigmund Freud (1856-1939) allegorische betekenis vond in de droomwereld, en deze opvatte als toegang tot het onderbewustzijn, zo ook bevatten verhalen uit de Griekse mythologie verborgen boodschappen. Het is veelzeggend dat het begrip mythologie komt van het woord muthos, dat zoiets betekent als ‘verhalen met een rijke verbeelding’. Vandaag de dag kennen we de Griekse mythes nog steeds doordat ze doorleven in post-klassieke fenomenen. Van het Renaissance-theater, het Oedipus-complex en Hollywoodfilms tot aan Disney-cartoons, reclame en gezegdes; mythologie vormt het DNA van onze westerse cultuur. De Griekse overleveringen zijn geen halfvergane relieken uit het verleden, maar producten van een doorlopende artistieke verbeelding. Vanaf het begin was mythologie dus meer dan ‘story-telling’ alleen.

Auteur: CAROLINE LASSCHE
Lees het hele artikel in Atelier # 208 | september/oktober 2020

Delen

Nieuwsbrief